dinsdag 4 mei 2010

stilte

Ik zit achter mijn laptopje in een nog stil huis. De zon schijnt fel door de ramen, maar ik vermoed dat dat alleen maar licht is. De afgelopen dagen van mijn meivakantie waren koud en guur. Ik slaap al een paar nachten weer met een trui, sokken en een extra dekentje.
Over pakweg een half uur zal het huis gevuld zijn met stemmen, voetstappen, douchegeluiden. Maar nu niet. Het is stil, op het tikken van de toetsen na.

Wat wonen wij hier toch geweldig. Daarover zijn Arthur en ik het elke dag weer eens. We hebben echt een heerlijk huis, mooier dan we ooit hadden durven dromen. Er is licht, groen, ruimte. In dit huis horen wij gewoon. Het is ook een huis waar iedereen welkom is. Er is gewoon plek voor meer dan wij met zijn drietjes.
Maar wat als door de crisis blijkt dat we dit huis niet meer kunnen betalen, ook iets waar Arthur en ik soms over mijmeren. Wat dan? Ga ik dan fulltime werken, zodat we het redden? Of, zoals ik voorstel, verhuizen we dan naar iets kleiners en bescheiners? Als ik dat zeg, wordt mijn kop er bijna afgehakt door mijn lief. Ha. En dat snap ik wel, want ik zie hoe hij geniet van deze plek. Ik zie dat hij thuisgekomen is hier.

Maar maakt een huis gelukkig? Als dat zo is, dan is het wel een dun geluk. Want een huis kan afbranden, platgebombardeerd of te duur worden. En dan, is dan je geluk weg? Komt geluk niet van een andere plek? Ik houd mezelf altijd voor dat geluk betekent dat je kunt zijn met de dingen die er gebeuren. Dat je liefdevol kunt accepteren wat er is. Dat er wanneer het misgaat altijd weer het besef is dat dat van voorbijgaande aard is. Oh, maar ik kon altijd heel goed door de zure appel heen bijten. Ik was vroeger echt een ster in dingen uitzitten, ook al was ik er niet blij mee. Die zure appel, dat is geen geluk. Dat is gebrek aan lef. Dat is denken dat een ander mijn leven in hand heeft. Ik vind het lastig. Ik vind ook niet dat ik bezig moet zijn met gelukkig worden. Maar dat ik wel alert ben en een geluksgevoel kan ervaren als het zich aandient.

En dat huis? Als wij hier horen te wonen, als dat zo'n fantastische plek is om te zijn, waarom houd ik me dan bezig met de vraag 'wat als we het financieel niet redden?'
Ik denk dat 'wat als...' per definitie geluk in de weg staat. En ik zit er boordevol mee. Ik ben diep van binnen ooit een strategisch mens geworden, ik weet niet wanneer het gebeurd is. Maar ik denk dagelijks 'wat als...' gedachten.

'Mama!'.....de stilte is voorbij.