Vanmorgen deed ik een ronde door de buurt, gewapend met een snoeischaartje. Ik was op zoek naar bloesems voor de bloesemboomles, die ik wat later aan een groep peuters wilde geven.
En aangezien de bomen in onze tuin pas in mei aan de beurt zijn met bloeien, was ik aangewezen op andere bomen.
Het voelde stiekem...
En dat was het ook, ook al knipte ik maar piepkleine takjes af en dan alleen van openbare bomen en struiken. Maar toch.
En zo struinend door mijn prachtige buurt, waar in elke tuin wel een enorme tulpenboom staat, ontdekte ik de kleine bloesems. Ik zag aan bijna elke struik wel bloei. Niet elke plant tooit zich zo opvallend als een Forsythia (lichtgevend geel) of de Japanse sierkers (suikerspinroze).
De wilg, die zachtjes met zijn buigzame takken door het water sliert, heeft prachtige groengele wormachtige bloesempjes.
En dat was wel weer een eye-opener. Niet iedereen straalt opzichtig. Niet iedereen hoeft op de tv om iets moois te laten zien. De meesten onder ons doen in stilte de mooiste dingen.
En ik, ik maak prachtige dingen, ze moeten nog een beetje ontdekt worden. Zolang ik mijn eigen wortels goed verzorg, komt de bloesem vanzelf.
En nu is juist dat voor mij de grootste uitdaging! Ik wens mezelf veel succes.