woensdag 6 maart 2019

Nu Hier Zijn


Mijn vorige blog ging over mijn stem en mijn waarheid spreken. Nu schaam ik me bijna voor mijn volgende tekst. Want die gaat over liegen. Maar goed. Het is een leugentje om bestwil...

Ik heb gelogen vandaag. Ik heb mijn dochters ziek gemeld, terwijl ze in realiteit heerlijk met geschminkte gezichten in hun carnavalskleren door het huis van mijn ouders dartelen op de muziek van de Maastrichtse Fabrizio. 

Ik ben een slecht leugenaar. Ik voel me er vreselijk schuldig over. Want ik ben ook een erg plichtsbewust mens. Ik vervloek de Nederlandse overheid die ooit bedacht dat de scholen in het hele land niet tegelijkertijd hun vakanties vieren. Samen de zomer in, samen herfsten. 

En dus zit ik als rasechte zuiderling elk jaar weer met een innerlijk conflict:

  1. Accepteren dat ik niet meer in Limburg woon en op zondagavond na de Maastrichtse Bonte Störrem (de optocht) netjes naar huis gaan met mijn meisjes?
  2. Of liegen tegen school? Zoals nu.
  3. Of zal ik dan toch maar naar het zuiden verhuizen?

Het werd optie 2 en boy, was it worth it!! Zondagavond voelde ik zo’n verbondenheid met mijn dochters, toen we moe en voldaan naar het huis van mijn ouders toe liepen. De hele dag waren we al op stap samen. Zongen en dansten op de vastelaoves-meziek. keken onze ogen uit. Mijn jongste dochter ging helemaal op in de ritmes van een drumband en verzuchtte hoe fijn het hier was. “Dan vergeet je alles!” 

En dat is meteen de les van carnaval: dat je alles vergeet. De tijd. Alles wat moet. School. Werk. De afwas. Het enige wat telt is hier, nu, dit moment. 

En dus maakte ik maandagavond nog een fijn dansje met een oudere heer die in zijn eentje een biertje dronk aan ‘t buffet van een piepklein caféetje. Hij straalde. En ik ook. Wij zouden aan elkaar voorbijgelopen zijn op straat. Maar daar met dat pilske aan de bar…dat vroeg om een dansje.

Voor volgend jaar heb ik drie dagen vrij gehouden in mijn agenda. En in die van mijn dochters. 
En in de tussentijd schrijf ik maar weer een brief aan de overheid. Of die vakanties niet gewoon tegelijkertijd kunnen. En oefen ik ondertussen verder op de blokfluit.