Angst is eng. Ik ben bang voor angst. Mensen die bang zijn voor allochtonen, voor de crisis...getver. Stelletje zeikerds. Ik heb er niks mee.
Ik ben geen angstig mens. Ik ben niet bang voor doodgaan, niet bang om 's avonds alleen op straat te lopen, niet bang om alleen te zijn. Nee, dat klopt allemaal. Daar ben ik niet bang voor. Ik ben bang voor andere dingen.
Ik ben bang voor groots zijn. Ik ben bang voor verantwoordelijk zijn voor mijn eigen kracht. Ik ben bang voor het staan voor mezelf. Ik ben bang om een buitenbeentje te zijn. Ik ben bang een ander te pijn te doen (mijn eigen pijn kan ik meestal goed negeren) of tekort te doen.
Ik ben bang.
En ik zal waarschijnlijk altijd bang zijn.
Bang. Bang. Bang.
En ik heb hoogstwaarschijnlijk nog een poos te leven. Doodgaan, waar ik niet bang voor ben, zit er voorlopig misschien niet in. Dus ik moet nog even met mijn angst leven. Hoe ga ik dat doen.
Ga ik de angst negeren, door tv te kijken en wijn te drinken, net te doen alsof het niet bestaat?
Of ga ik stoer doen en hard roepen dat ik niet bang ben?
Ik kan natuurlijk ook nog heel verdrietig gaan zitten kniezen thuis en nog een heel leven bloggen over hoe bang ik ben.
Of me aansluiten bij een groep van bange mensen, dan kunnen we samen kniezen.
Maar ik wil ook zo graag groots zijn, met veel kracht en tegelijkertijd mijn angst onder mijn arm.
Misschien moeten mijn angst en ik eens met elkaar een wijntje drinken. Elkaar wat beter leren kennen. Misschien is mijn angst ook wel bang voor mij?