Ben zwanger. Het mag verteld.
Het bijzondere en ook enge aan zwanger zijn, is dat het leven er echter van wordt. Enerzijds is een langgekoesterde wens in vervulling gegaan, aan de andere kant komt de realiteit van mijn huidige leven me ineens heel hard tegemoet. Dat was bij Nora (inmiddels 6 jaar geleden) ook al zo. Terwijl ik blij zou moeten zijn, word ik ook hypergevoelig en ongerust om de toestand van mijn huidige leven.
Het lijkt een ideaal moment voor een pas op de plaats: wat ben ik nou helemaal aan het doen? Wil ik dat wel? Een tijd om het leven zoals het nu is te overdenken.
Maar overdenken is bij mij nooit rustig. Dat gaat met veel drama, huilen, angsten. En iedereen (de verloskundige, de gynaecoloog, de psycholoog, mijn vrienden) zegt juist dat ik goed voor mezelf moet zijn. Stress is namelijk niet goed (wetenschappelijk bewezen).
In de happy-clappy zwangerschapsbladen staat het ene verwen-verhaal na het andere. Er wordt naar hartelust getut, geshopt (maar heb je al een rompertje nodig na 13 weken?) en in zwangerschapsboeken gebladerd. En als er al een zwaar verhaal in staat, zoals dat van de zwangere vrouw die haar man verliest als ze in de 8e maand is, dan is het meteen ook echt heel erg en mag je blij zijn dat jou dat niet gebeurd is.
Ik lees boeken die vertellen dat je doordat er leven in je groeit, ook een krachtig vrouw-zijn ontwikkelt. Een oerkracht, die zijn hoogtepunt beleeft wanneer je je kind baart. Maar krachtig zijn is niet altijd lief, niet voor jezelf en niet voor anderen. Het is geen roze, ontspannen, 'oh, ik ben zo lief voor mezelf'-manier van zijn.
Of werkt dat alleen voor mij zo en hebben anderen daar geen last van? Ik zou dat wel eens willen weten.