Vandaag reed ik naar het zuiden van ons land. Mijn kinderen logeerden daar bij opa en oma. Twee uur lang rijden in mijn lichtblauwe speelgoedautootje. Dat is meestal niet mijn hobby, maar nu was er de Top 2000. Het was een feest. Ik heb meegebruld met Fleetwood Mac, geheadbanged op Kiss (al ging ik daar te hard en onstabiel van rijden) en de rest ben ik alweer kwijt....
Mijn man vertelt me dat lange stukken rijden voor hem meditatief is. En nu snap ik hem. Alleen in de auto, een lange en niet al te moeilijke of drukke weg, lekkere muziek. Mooie luchten om naar te kijken (of heel heftig weer: harde regen, felle lage zon, wolkenformaties). Ik kreeg er energie van en allerlei heldere inzichten in mijn leven, in hoe en wat ik doe, in wie ik ben.
Ik ben al een tijdje aan het mijmeren over een weekje op retraite gaan. Een week lang niet praten en mediteren. In een klooster. Geconfronteerd worden met mezelf, mijn diepste kern. Ontdekken wie ik echt ben, wat het is waar ik telkens opnieuw tegen aanloop. Dat soort werk.
Ik denk er nu over om dat ideaal in te ruilen voor een road trip. Een week lang door Europa rijden met lekkere muziek en mezelf als gezelschap.
Meestal wordt zo'n wens ingehaald door de dagelijkse mores. Kinderen die me niet kunnen missen, werk, geen geld etc.
Maar een road trip klinkt wel heel aanlokkelijk. En stoer ook. Een echte uitdaging voor iemand die zich altijd overal naartoe laat rijden. En zelden zelf tankt. En nog nooit te maken heeft gehad met een kapotte auto. En niet weet hoe ze een band moet verwisselen. En niet graag om hulp vraagt. Dan zou ik echt buiten mijn comfort zone stappen (zie vorige blog).
Een mooi voornemen.