Ik kijk graag films op mijn Iphone. Op de 1 of andere manier komt een film sterker aan op zo'n minischermpje dat ik de hele tijd vast moet houden. Ik kan nauwelijks onderuit zakken.
Ik keek net het einde van Bluebird van Mijke de Jong. Wel ooit over gehoord, maar pas nu hij op de uitzending gemist-app stond, echt gezien.
Potverdomme wat een film. Ik kreeg er kriebels van, al dat onderhuidse gepest. Ik zat Merel vooruit te denken, hoopte dat ze die pesters heel hard voor hun hoofd zou slaan met haar skateboard. Maar ze waren haar telkens voor.
Pesten is zo akelig. En zo lastig te zien soms voor de buitenstaander (zoals leerkrachten).
En ik snapte haar onmacht of haar onwil om het aan iemand te vertellen. Ik ben nooit zo gepest, maar werd in de brugklas ( en 2e klas VWO) wel vaak uitgelachen. Dat gaat in je zitten. Uiteindelijk ging ik maar om met diegenen die mij nog het meest accepteerden. Ik was op mijn hoede.
Ik wilde er zo graag bij horen vroeger. Ik probeerde dan te ontdekken wie ik moest zijn om te passen in de groep. Het is me nooit gelukt. Ik ben er domweg te dwars voor. Ik pas niet in groepjes. Het lukt me nooit om me aan te passen. Iets binnenin me verzet zich hevig tegen groepsgedrag. Mijn lijf gaat protesteren. Mijn nek doet pijn. Mijn buik roept: 'NEEEEEEEE!!!!!'
Tegenwoordig heb ik er mindr (mooi zo, zonder e) last van. Ik ontdek nu langzamerhand dat mijn anderszijn en mijn andersdenken een kwaliteit is. En mijn lijf is wat toegankelijker geworden.
Wat een ongelofelijk mooie film.