Gisteren heb ik gewandeld in het Bunderbos. Mijn 'thuisbos'. Hier heb ik de helft van mijn jeugd doorgebracht. Kastanjes rapend, tussen bomen door sleeend, hutten bouwend.
En natuurlijk rennend over de 7 heuveltjes, in mijn herinnering echte bergen. Ik kon niet anders dan er vanaf rennen en vervolgens in volle vaart weer de volgend op.
Gisteren liep ik er weer, peinzend en mijmerend zoals altijd. Maar ineens had ik zo'n zin in rennen. Dus ik in volle vaart de heuveltjes af en weer op, alle 7. Woeij! Heerlijk! En het mooiste was dat het 'hollen zonder reden' was. Zomaar rennen om het rennen. Niet om slanker te worden. Of fitter. Gewoon hollen, rennen, daveren.
En daarna kon ik weer niet stoppen met mijmeren over wanneer ik er ooit mee gestopt was, met dat hollen om het hollen.
Ik ben ook nog even langs de Zandberg gegaan, een vrij kleine heuvel waar we ook uren hebben doorgebracht. Ik wilde er graag mee op de foto.
De Zandberg zonder mij:
Ik zonder de Zandberg:
De Zandberg met mij/Ik met de Zandberg: