Ik kijk opnieuw naar beelden van 9/11. Wat ik toen nooit gezien heb of wat er bij mij waarschijnlijk niet in ging, zijn al die vallende mensen. Dat waren mensen die een doodssprong verkozen boven doodbranden. Dat ze ten dode opgeschreven waren, wisten ze toch al.
Wat een hel moet het zijn geweest dat springen een betere weg uit het leven was voor ze.
En dan aan de andere kant de zelfmoordterroristen, die een vreselijk gewelddadige dood verkozen boven leven. Boven het leven vol in de ogen kijken met alle moois en alle ellende.
Ik zal zoiets nooit kunnen begrijpen.
Net zo min als ik me kan inleven in de mensen die vanaf dat moment in de tijd alle moslims over de Al Quaida-kam scheren.
Terrorisme heeft niets met religie te maken, maar eerder met macht. Met gezien willen worden.
En 'the war on terrorism' heeft niets met vrijheid te maken. Maar met angst voor het onbekende, datgene wat je niet onder controle hebt. Met macht dus.
Ik denk dat wij als mensen pas echt tot elkaar komen en vrij kunnen zijn als we elkaar zien. Als we onszelf herkennen in de ander. En dus heb ik nog werk te doen, want ik herken mezelf niet in iedereen. Laat staan in een zelfmoordterrorist. En toch, toch is er iets dat wij gemeen hebben.