Ik heb veel kennis in mijn hoofd zitten. Ik heb een goed geheugen. Op school deed ik het altijd goed. Ik heb een aantal studies gedaan, flink wat boeken gelezen.
Maar hoe meer kennis ik heb, hoe minder behoefte ik er aan heb. Aan veel kennis heb je volgens mij namelijk helemaal niets. Het neemt alleen maar ruimte in. Je krijgt er een zwaar hoofd. Het maakt de afstand tot andere mensen groter. (Kijk eens wat ik al weet. Weet jij dat niet? Ik weet hoe we dat moeten oplossen. Ik zou het zo doen. Laat me nu maar, ik weet zelf wel hoe dat moet.)
Veel kennis is wel handig als je het leven onder controle wilt krijgen. Als je graag de wereld wilt redden.
Waar ik behoefte aan heb in mijn leven is een open geest. Ruimte om me te verwonderen. Loslaten is voor mij veel nuttiger dan vasthouden. Ik word er gelukkiger en rustiger van. Ik leer liever leven met een korreltje zout dan met een hoop kennis in mijn hoofd. Daarvan krijg ik alleen maar pijn in mijn nek.
Maar dan vraag ik me telkens af wat ik nog in het onderwijs doe? Want we zijn vooral bezig met kinderen vol te stoppen met kennis. We willen ze zo graag veel mee geven voor de toekomst.
Maar zij zijn de toekomst! Zij mogen later helemaal zelf bedenken hoe ze hun leven gaan leven. En welke kennis ze daar bij kunnen gebruiken. Maar als hun hoofd dan al zo vol zit, is dat misschien niet meer mogelijk. Dan kunnen ze niet meer zien en zich verwonderen.
Of moeten we het allemaal maar meemaken dat hele gedoe. Dat volwassenen weten wat goed voor je is en je van alles meegeven en je daarna weer een poosbezig bent al het overtolllige geleerde kwijt te raken?
Wie kan mij daar meer over vertellen? Wie heeft daar veel kennis over?