Ik teken mijn eigen weg. Wat betekent dat? Dat ik mijn weg alleen ga? Hoe werkt dat als ik samenwerk?
Ik voel nog regelmatig angst voor binding. Bang dat ik me moet conformeren aan een groep mensen. In het verleden heb ik dat telkens geprobeerd. Maar het resultaat is vaak dat ik mijn eigen kijk uit het oog dreig te verliezen. Dat ik niet me niet meer Olga voel. Dus nu ga ik samenwerking vaak uit de weg. Ik sluit me niet graag aan. En als ik dat wel doe, dan als Einzelgänger. Als de knuppel-in-het-hoenderhok-gooier. Als frisse criticus. Als adviseur.
Over conformeren gesproken. Ik kreeg net een carnavalsmededeling van de klas van mijn jongste dochter. Over het thema en wat wel en niet mag (geen schminck, geen indianen, thema 'bos'). Ik voel meteen een hele grote NEEEEEE!! opkomen in mijn lijf. Ik wil niet voldoen aan normen! Ik wil mijn eigen weg kiezen! Mijn kinderen mogen hun eigen weg gaan! Als zij geschminckt naar school willen, dan mag dat. Als ze een MegaMindypak aanwillen, mag dat.
Kortom, ik heb even een ernstig geval van đź’Ą WHOEAAAHAA!
Grappig, denk je. Waar maakt ze zich druk om, denk je. Doe gewoon wat je wilt en denk niet zoveel na, denk je.
Ja... ach. Dit soort dingen zit in mijn hoofd. Ik weet het ook wel. Gelukkig ben ik er tegenwoordig niet meer zo lang boos om. Dat scheelt. En hoogstwaarschijnlijk wil E. op de feestdagzelf helemaal niet verkleed naar school.
's Middags ben ik heerlijk uitgebreid geschminckt door mijn oudste dochter. En heeft ze haar prinsessenjurk nog maar eens gepast. We hebben onze handen vol aan de voorpret.
E. kiest 's avonds 2 kaartjes. Natuurlijk met open ogen uitgezocht, nadat de blind gekozen kaartjes een zuur gezicht opleverden. Ook dat gevecht mag ik best eens opgeven.
"Omdat we altijd een liedje over een kaarsje zingen op school. En die omdat er zo'n mooie kleurtjes omheen zitten."
Ze kijkt er blij van. "Ja, kleurtjes om je heen zijn fijn, hè?". Ze knikt.
En zo zijn we weer terug bij mijn eigen weg. Ik kies mijn eigen kleuren. De kleuren die bij mij passen. En dat doe ik elke dag opnieuw. Een pad gaat trouwens niet altijd rechtdoor. Soms buigt het af. De kunst is om te blijven lopen. Soms wat langzamer, dan weer wat sneller. Zolang ik maar kan genieten van de wandeling.